Effect van MDMA, ps...
 
Meldingen
Alles wissen
3 Berichten
3 Gebruikers
1 Reactions
31 Bekeken
0
Topic starter

Is MDMA, psilocybine of LSD hepatoxisch? Welke is het meest schadelijk voor de lever? Wat kan je eraan doen om schade te beperken?

Onderwerp trefwoorden
3 antwoorden
1

Van de genoemde stoffen is MDMA potentieel hepatotoxisch (levertoxisch), vooral bij hoge doseringen of frequent gebruik. LSD en psilocybine zijn niet hepatotoxisch en veroorzaken doorgaans geen leverschade. MDMA is daarmee het meest schadelijk voor de lever van deze drie middelen.

Uitgebreide toelichting:

MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine) heeft aangetoonde hepatotoxische effecten, vooral wanneer het in hoge doseringen of frequent gebruikt wordt. Ook wanneer MDMA gecombineerd wordt met alcohol of andere leverbelastende stoffen, stijgt het risico aanzienlijk. De leverschade door MDMA kan variëren van verhoogde leverenzymen, wat een teken is van leverstress, tot ernstige acute hepatitis en in extreme gevallen zelfs leverfalen.

De reden dat MDMA hepatotoxisch is, ligt in aan de metabolisatie van MDMA. Bij het afbreken van MDMA in de lever ontstaan toxische metabolieten zoals catecholmetabolieten, die schadelijk kunnen zijn voor levercellen. Vooral combinatiegebruik met andere drugs zoals alcohol, cocaïne of bepaalde medicijnen vergroot dit risico. Symptomen die op MDMA-gerelateerde leverschade kunnen wijzen, zijn onder andere misselijkheid, buikpijn, geelzucht (gele huid of ogen), vermoeidheid, donkere urine en bleekgekleurde ontlasting.

Psilocybine (uit paddo's) daarentegen heeft geen bekend hepatotoxisch effect. Er zijn vrijwel geen aanwijzingen uit wetenschappelijk onderzoek dat psilocybine bij standaard recreatieve of therapeutische doseringen leverschade veroorzaakt. Psilocybine wordt in het lichaam snel omgezet in psilocine, en verlaat het lichaam vervolgens via de nieren. Er zijn dan ook geen noemenswaardige gevallen van leverfalen bekend als gevolg van enkel psilocybine-gebruik.

Ook LSD (lyserginezuurdi-ethylamide) wordt beschouwd als niet hepatotoxisch en heeft een zeer gunstig veiligheidsprofiel betreffende levergezondheid. Hoewel LSD wel wordt afgebroken door de lever, ontstaan er hierbij geen toxische metabolieten die schade veroorzaken aan de lever. Zelfs bij relatief hoge doseringen zijn nauwelijks gevallen van LSD-gerelateerde leverschade gedocumenteerd. LSD heeft over het algemeen een zeer lage lichamelijke toxiciteit.

Wanneer we kijken naar de relatieve hepatotoxiciteit van deze middelen, zien we dus dat MDMA duidelijk bovenaan staat, terwijl psilocybine en LSD beide niet hepatotoxisch zijn.

Adviezen om schade bij MDMA-gebruik te beperken:

Indien je ervoor kiest MDMA te gebruiken, is het belangrijk om maatregelen te nemen die het risico op leverschade aanzienlijk kunnen verminderen. Allereerst is het belangrijk om doseringen laag te houden, bij voorkeur maximaal 1–1,5 mg per kilogram lichaamsgewicht. Geef jezelf ruim de tijd om te herstellen en neem minimaal drie maanden pauze tussen elk gebruik. Het is essentieel om MDMA nooit te combineren met andere leverbelastende stoffen zoals alcohol, cocaïne of bepaalde medicijnen zoals paracetamol en sommige antibiotica.

Daarnaast is het belangrijk om voldoende (maar niet overdreven) water te drinken om uitdroging te voorkomen en te zorgen dat je lichaam niet oververhit raakt, aangezien dit extra leverstress kan veroorzaken. Een gezonde levensstijl rondom het gebruik helpt ook: vermijd alcoholgebruik vóór en na MDMA-inname, eet gezonde voeding en ondersteun je lever door middel van antioxidanten zoals vitamine C, N-acetylcysteïne (NAC), mariadistel en gluthation.

Ook natuurlijke middelen en kruiden kunnen bijdragen aan het ondersteunen van je levergezondheid. Bekende leverondersteunende kruiden zijn bijvoorbeeld knoflook (Allium sativum), sikkelgoudscherm (Bupleurum falcatum), Javaanse kurkumawortel (Curcuma xanthorrhiza), artisjok (Cynara scolymus), Picrorhiza kurroa, zwarte rammenas (Raphanus sativus niger), rozemarijn (Rosmarinus officinalis), mariadistel (Silybum marianum) en paardenbloem (Taraxacum officinale).

Tot slot is het verstandig om regelmatig je leverfunctie te laten controleren, zeker als je vaker MDMA gebruikt. Hiermee kun je mogelijke schade vroegtijdig signaleren en erger voorkomen.

Conclusie:

Samenvattend brengt MDMA duidelijke risico's op leverschade met zich mee, vooral bij verkeerd of overmatig gebruik. Psilocybine en LSD hebben minimale tot geen risico's voor de lever. Door verstandig gebruik van MDMA en het nemen van genoemde voorzorgsmaatregelen kan je deze risico’s effectief minimaliseren.

0

Wanneer het gaat om levertoxiciteit (hepatotoxiciteit) van MDMA, psilocybine en LSD, zijn er duidelijke verschillen in risico's tussen deze stoffen. Op basis van klinische ervaringen en beschikbare gegevens uit de praktijk komt het volgende beeld naar voren:

MDMA (Ecstasy) vormt het grootste risico op leverschade. De stof wordt in de lever gemetaboliseerd via het enzym CYP2D6. Tijdens dit proces kunnen reactieve metabolieten ontstaan die levercellen aantasten. In zeldzame gevallen zijn ernstige aandoeningen als hepatitis, levernecrose of acuut leverfalen gerapporteerd, vooral bij hoge doseringen, herhaald gebruik of genetische gevoeligheid voor langzame afbraak van de stof. Het risico neemt ook toe bij combinatiegebruik (polydruggebruik) of bij slechte hydratatie.

Psilocybine, de werkzame stof in paddo’s en truffels, wordt in het lichaam omgezet in psilocine, dat relatief mild is voor de lever. Er is geen overtuigend bewijs dat psilocybine bij normale of therapeutische doseringen schadelijk is voor de lever. Ook uit klinische studies blijkt geen significante leverbelasting, waardoor het risico als zeer laag tot verwaarloosbaar wordt beschouwd.

LSD (Lysergic acid diethylamide) wordt ook via de lever gemetaboliseerd, maar zonder duidelijke aanwijzingen voor hepatotoxiciteit. Het risico wordt als laag ingeschat, al is langdurig of intensief gebruik nog niet uitgebreid onderzocht.

Wil je je lever extra beschermen bij het gebruik van psychedelica, dan is het belangrijk om voldoende te drinken, extreme temperaturen te vermijden, geen andere toxische stoffen zoals alcohol of paracetamol te combineren en altijd te starten met een lage dosis.

0

MDMA (ecstasy) en levertoxiciteit

MDMA is een synthetische amfetamine die intensief in de lever wordt gemetaboliseerd. Verscheidene studies en casusrapporten laten zien dat MDMA acuut leverfalen kan veroorzaken. Zo rapporteerden Andreu et al. (1998) dat ecstasy 5 van 62 gevallen van acuut leverfalen veroorzaakte (8%) in hun cohort – goed voor 31% van alle geneesmiddelen-geïnduceerde leverfalen. Bij patiënten onder 25 jaar was ecstasy zelfs de op één na meest voorkomende oorzaak van leverbeschadiging (20% van alle gevallen, 36% na uitsluiting van virussen). Klinische casussen beschrijven extreem hoge leverenzymwaarden (AST en ALT tot wel 40–70× normaal) na inname van hoge doses MDMA. Een voorbeeld is een 23-jarige die na verdubbeling van zijn gebruik acuut hepatitis ontwikkelde (AST 1423 U/L, ALT 2748 U/L). In alle gerapporteerde gevallen herstelden de patiënten zich volledig binnen enkele weken tot maanden.

  • Epidemiologie en casuïstiek: Meerdere rapporten bevestigen MDMA-gerelateerde hepatitis. Naast Andreu et al. (1998) tonen latere casusbeschrijvingen recidiverende toxische hepatitis bij herhaald gebruik. Bijvoorbeeld ontwikkelde een chronische MDMA-gebruiker na eenmalige hoge dosis opnieuw leverfalen. In een groot overzicht werd zelfs melding gemaakt van een patiënt die voor levertransplantatie werd opgenomen na MDMA-gebruik (Dooley et al. 2019).
  • Mechanismen: MDMA wordt in de lever omgezet via CYP2D6 (en in mindere mate CYP1A2/3A4) tot actieve en schadelijke metabolieten. Reactieve quinon-metabolieten kunnen oxidatieve stress en mitochondriale beschadiging veroorzaken. Daarnaast draagt MDMA-geïnduceerde hyperthermie, dehydratie, en disseminated intravascular coagulation (DIC) bij aan levercelnecrose. In dierstudies en reviews wordt benadrukt dat deze combinatie van metabolismestoegenomen ROS-productie en vaatverwijding in de lever tot fulminant leverfalen kan leiden.
  • Incidenteel vs chronisch gebruik: Eénmalige hoge doses MDMA kunnen al ernstig leverletsel uitlokken. Recidiverende episodes zijn beschreven bij herhaald gebruik of hogere doseringen (onbedoeld “double-dipping”). In het bovengenoemde geval trad hepatitis twee keer op na telkens een dubbele dosis. Chronisch MDMA-gebruik lijkt het risico op schade te verhogen, vooral in combinatie met andere middelen. Onderzoek naar registratiegegevens (FAERS) toonde dat van 23 meldingen van MDMA-geassocieerde leverletsels er 22 gevallen waren met een of meer andere bekend hepatotoxische middelen; slechts één melding betrof MDMA als primair verdachte stof (met alcohol). Incidentieel gebruik alleen lijkt dus veel minder vaak tot leverfalen te leiden dan gebruik met co-ingrediënten.
  • Frequentie en uitkomst: Hoewel MDMA-acute hepatitis ernstig kan verlopen (zelfs levensbedreigend), zijn uit beschikbare series alle gerapporteerde patiënten hersteld na enkele weken tot maanden . Toch onderstreept de literatuur dat bij jonge patiënten met onverklaarbaar acuut leverfalen altijd naar ecstasygebruik moet worden gevraagd.

Psilocybine (magic mushrooms) en levertoxiciteit

Psilocybine is een psychedelische stof in “magic mushrooms” en wordt in het lichaam snel omgezet in psilocine. Psilocybine/psilocine wordt voornamelijk via glucuronidatie afgebroken en produceert geen bekende reactieve of toxische levermetabolieten. In de literatuur zijn geen gevallen beschreven van levertoxisch letsel door psilocybine zelf. De Utah Poison Control Center stelt expliciet: “Magic mushrooms do not cause liver damage”. Alle zeldzame gevallen van acuut leverfalen bij paddenstoelvergiftiging blijken veroorzaakt door amatoxinen (bijvoorbeeld uit Amanita-soorten), niet door psilocybine.

  • Metabolisme en veiligheid: Psilocybine (4-phosphoryloxy-N,N-dimethyltryptamine) wordt in het maag-darmkanaal snel gedephosphoryleerd tot het actieve psilocine, dat via enzymen zoals monoamine oxidase en UGT’s wordt afgebroken tot inactieve metabolieten. In vitro blijkt ~30% door humane levermicrosomen te worden omgezet, grotendeels zonder toxiciteit.
  • Klinische gegevens: In gecontroleerde klinische studies met psilocybine bij depressie en angst zijn geen significante leverfunctiestoornissen gerapporteerd. Over het geheel genomen zijn bij zuivere psilocybine-sessies alleen milde, korte bijwerkingen zoals misselijkheid of hoofdpijn beschreven. Er bestaat geen epidemiologisch of klinisch bewijs dat recreatief gebruik van psilocybine leverziekte veroorzaakt. Preklinisch onderzoek suggereert zelfs een positief effect: lage doseringen psilocybine verminderden levervet en verbeterden metabolische parameters in diermodellen【66†】 (voldoende bewijs hiervoor ontbreekt nog in de literatuur, maar het benadrukt afwezigheid van acute toxische effecten).
  • Incidentieel vs chronisch gebruik: Het verschil tussen eenmalig en herhaald psilocybinegebruik lijkt onbetekenend voor de lever. Psilocybine wordt niet in vetweefsel opgeslagen en veroorzaakt geen accumulatie; tolerantie voor de psychedelische effecten ontstaat wel, maar zonder rapporten van levertoxiciteit. Zolang de paddenstoelen betrouwbaar psilocybine bevatten (zonder amatoxinen), is het levertoxisch risico vrijwel nihil.

LSD (lysergic acid diethylamide) en levertoxiciteit

LSD is bekend om zijn sterke psychoactieve werking, maar fysiologisch is het relatief veilig. LSD wordt in de lever gemetaboliseerd (onder andere door CYP-enzymen), maar dit levert geen giftige tussenproducten op. StatPearls (2023) noteert expliciet dat geen sterfgevallen aan directe LSD-toxiciteit zijn gerapporteerd bij normale doseringen. In normale therapeutische of recreatieve doses (50–200 µg) veroorzaakt LSD geen aantoonbare orgaanschade.

  • Klinische ervaringen: In de literatuur zijn geen gevallen van LSD-geïnduceerde hepatitis of leverfalen beschreven. Een recente retrospectieve studie naar LSD- en psilocybine-gerelateerde overlijdens (Darke et al. 2024) gaf aan dat de meeste dodelijke incidenten onder LSD-gebruikers te maken hadden met ongevallen of meerdere middelen, niet met directe organbeschadiging. In slechts één gerapporteerd geval werd LSD als enige oorzaak genoemd, maar er is geen bewijs dat dit leverfalen betrof.
  • Mechanisme en metabolisme: LSD wordt snel tot inactieve metabolieten omgezet (zoals 2-oxo-3-hydroxy-LSD) en heeft een korte halfwaardetijd (~3 uur). Er zijn geen mechanistische aanwijzingen dat LSD zelf levercellen schade toebrengt. Theoretisch kan zeer hoge dosis LSD (of intraveneus gebruik, zie LSD-“mainlining” ca. 1967) indirect leverstress veroorzaken (via convulsies of vasculaire reacties), maar zulke situaties zijn buiten normgebruik en zeer zeldzaam.
  • Incidenteel vs chronisch gebruik: LSD geeft snel tolerantie voor gedragsmatig effect, maar is ook snel afgebroken. Er zijn geen aanwijzingen dat chronisch herhaald gebruik bij normale doses leidt tot levertoxiciteit. Het risico blijft derhalve laag ongeacht gebruikspatroon.

Conclusie

Op basis van huidige kennis is MDMA veruit het meest geassocieerd met levertoxiciteit. MDMA-gebruik is in meerdere studies gelinkt aan ernstig acuut hepatitis en leverfalen, vooral bij hoge doses of in combinatie met andere hepatotoxische stoffen. Cijfers uit de literatuur benadrukken dit: in één serie was ecstasy betrokken bij 31% van alle geneesmiddel-geïnduceerde leverfalens bij jongeren. Daarentegen zijn er geen vergelijkbare meldingen van LSD- of psilocybine-geïnduceerde hepatitis. Psilocybine (magic mushrooms) bevat geen levertoxines en zorgt – afgezien van gevallen van vergissing met giftige paddenstoelen – niet voor leverbeschadiging. LSD blijkt fysiologisch vrijwel niet-toxisch; er zijn geen doden of leverfalen direct aan LSD toegeschreven bij normale doses.

Samenvattend: van de drie stoffen draagt MDMA de grootste leverbelasting, vooral bij intoxicaties of cumulatief gebruik. LSD en psilocybine lijken onder recreatief en klinisch gebruik veilig voor de lever te zijn. Waar MDMA-documentatie acute hepatitis, hoge transaminases en zelfs leverfalen toont, ontbreekt elk dergelijk bewijs bij LSD of psilocybine. Incidentieel versus chronisch gebruik maakt voor MDMA uit: hogere of herhaalde doseringen vergroten het risico op recidiverend leverletsel. Voor LSD/psilocybine is geen dergelijk verschil bekend.

Bronnen: Andreu et al. (1998); Onur et al. (2008); Makunts et al. (2024); Thomann et al. (2024); Utah Poison Control Center (2024); StatPearls (2023); Darke et al. (2024).